Tweedelijns ondersteuning
De rol van de ondersteuningscoördinator
Als vakdocent, mentor en teamleider in het reguliere aanbod de hulpvraag van een leerling niet kunnen beantwoorden, wordt de leerling door de teamleider “overgedragen” aan de ondersteuningscoördinator. Deze coördineert de interne, externe en aanvullende ondersteuning die de leerling wordt geboden. Onze ondersteuningscoördinator is voorzitter van het Zorgadviesteam (ZAT), communiceert met de leerling, de ouders, de teamleider en de mentor over de ondersteuningsbehoefte van de leerling. De ondersteuningscoördinator is ook het aanspreekpunt voor de externe ondersteuning in de derde lijn.
De rol van onze leerlingbegeleiders
Soms schatten de teamleider en de ondersteuningscoördinator in samenspraak met ouders en de leerling in dat het voor een leerling belangrijk is om enkele gespreken te voeren met een vertrouwenspersoon voor leerlingen, bij wie zij terecht kunnen met persoonlijke problemen. Dan wordt de leerling intern verwezen naar een leerlingbegeleider.
De leerlingbegeleiders hebben samen met de ondersteuningscoördinator structureel overleg over de voortgang in de begeleiding van de leerlingen, en geven na 5 a 6 gesprekken aan of de begeleiding voldoende effect heeft. Op basis hiervan besluiten de ondersteuningscoördinator en leerlingbegeleiders samen of de leerling kan stoppen met het traject, het raadzaam is nog een aantal gesprekken te plannen om de begeleiding (kortdurend) voort te zetten of dat een leerling doorverwezen moet worden naar externe partners.
De rol van de decaan
Voor LOB (Loopbaan Oriëntatie en –Begeleiding) is vooral de mentor verantwoordelijk. De decaan heeft een rol in de tweede lijn. De decaan speelt een belangrijke ondersteunende rol bij de keuze van de leerweg en de vervolgstudie.
Het aansturen en organiseren van LOB valt onder de verantwoordelijkheid van de decaan.
Leerlingen waarvoor de keuze van leerweg/sector of vervolgopleiding moeizaam verloopt kunnen na overleg met de mentor een beroep doen op de decaan voor extra keuzebegeleiding.
De rol van het ondersteunings-team
Wanneer de mentor en/of de vakdocent signaleert dat een leerling ondersteuning nodig heeft voor één of meer vakgebieden vragen zij het ondersteuningsteam hierover mee te denken. We gebruiken de toetsen per vakgebied, onze methode-onafhankelijke toetsen, informatie van ouders en de leerling en observaties van de docenten om de zorgbehoefte van een leerling in kaart te brengen. In sommige gevallen kan een remedial teacher één of twee keer met een leerling werken om te analyseren wat er nodig is. In het ondersteuningsteam zitten twee remedial teachers, de ondersteuningscoördinator en de decaan.
Een conclusie kan zijn dat een leerling ondersteuning krijgt in de vorm van onze extra lesuren (BHC-uren) voor Nederlands, Engels of Wiskunde. Soms is specialistische remediëring in een klein groepje op school nodig, of aanpassingen in de leermiddelen. Soms is de conclusie dat er externe hulp nodig is. Voorheen kreeg elke leerling met LWOO een ondersteuningsplan opgesteld waarin de begeleidingsbehoefte van de leerling omschreven staat, met de daarbij aansluitende acties en interventies. Nu het LWOO systeem is afgeschaft streven wij naar zorg op maat en zetten we een handelingsplan in als daar behoefte aan is.
De rol van het dyslexieteam
Het Baanderherencollege is erop gericht leerlingen met de diagnose dyslexie de gelegenheid te geven een opleiding te volgen die past bij hun individuele capaciteiten. Een dyslectische leerling kan in aanmerking komen voor compenserende en / of dispenserende maatregelen wanneer dyslexie officieel is vastgelegd. Het dyslexieteam op het BHC bestaat uit de ondersteuningscoördinator en 2 remedial teachers. De remedial teacher houdt zich bezig met de screening van leerlingen die mogelijk door een bepaalde leer- en/ of gedragsstoornis op een lager niveau functioneren en met advisering aan leerlingen, ouders, docenten, ondersteuningscoördinator en schoolleiding op het gebied van leer-, lees- en spellingsproblemen.
De rol van de ambulant ondersteuner
De ambulant ondersteuner wordt zo breed mogelijk ingezet, is op vaste dagdelen aanwezig op school en fungeert als vraagbaak voor het personeel. De inzet van de ambulant ondersteuner verloopt altijd via de ondersteuningscoördinator. De ambulant ondersteuner adviseert bij het maken van het ondersteuningsplan op basis van de handelingsgerichte diagnostiek, voert observaties uit en evalueert deze. Als er voor een leerling een ontwikkelingsperspectief nodig is wordt dit door de ambulant begeleider met de ondersteuningscoördinator opgesteld. Ook het adviseren en begeleiden van aanvragen voor aanpassingen (meubilair, computers e.d.), het helpen bij het ontwikkelen van speciale programma’s en het coördineren van de specifieke ondersteuning rondom de leerling of een groep leerlingen hoort bij hun taak